
In november 2025 liep het aantal WW-uitkeringen in de provincie Drenthe verder op naar ruim 5.100. In het onderwijs daalde het aantal WW-uitkeringen in de afgelopen maand. Dat meldt uitkeringsinstantie UWV.
Over het afgelopen jaar nam het aantal leraren in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo met een WW-uitkering echter toe. Dit is een verandering ten opzichte van de dalende trend die de afgelopen jaren zichtbaar was. Dit komt door een dalend aantal leerlingen, het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs en minder baankansen buiten het onderwijs. Naar verwachting blijft het lerarentekort voorlopig bestaan.
Eind november 2025 verstrekte UWV 5.146 WW-uitkeringen in de provincie Drenthe. Dat is ten opzichte van vorige maand een toename van 25 uitkeringen (+0,5%). In heel Nederland nam het aantal WW-uitkeringen af met 1.276 (-0,7%). Ook ten opzichte van een jaar geleden is het aantal WW-uitkeringen in Drenthe hoger. De regionale stijging is 239 uitkeringen (+4,9%). Deze toename is kleiner dan de landelijke stijging van het afgelopen jaar (+9,9%).
In de gemeente Assen ontvingen 773 inwoners een WW-uitkering, een daling van 2,6 procent.
Een toename van de WW in november komt vaker voor. In het najaar neemt de activiteit af in seizoensgevoelige sectoren als landbouw, groenvoorziening, horeca, cultuur en bouw. Ook is er minder werk voor uitzendkrachten. Vanuit sectoren als onderwijs en zorg & welzijn waren er in november minder mensen met een WW-uitkeringen. Een daling van de WW in het onderwijs in het najaar is gebruikelijk. Veel leraren die tijdens de zomervakantie hun baan verliezen, vinden in de maanden na de zomervakantie opnieuw werk.
In de afgelopen jaren nam het aantal leraren met een WW-uitkering toe. Eind november telde het primair onderwijs in de provincie Drenthe 41 docenten met een WW-uitkering. In het voortgezet onderwijs en het mbo waren dat er 61. De toename van docenten met een WW-uitkering is een verandering ten opzichte van de dalende trend die tot 2024 zichtbaar was. In de periode 2019 - 2023 was het aantal leraren met WW vrijwel iedere maand lager dan in dezelfde maand een jaar eerder. Wel is er onder leraren duidelijk sprake van een seizoenpatroon in de WW-ontwikkeling. In de zomermaanden kent het onderwijs een jaarlijkse WW-piek. Dit komt omdat veel tijdelijke contracten eindigen voor de zomervakantie.
Vooral de daling van het aantal leerlingen draagt bij aan de toename van het aantal docenten met een WW-uitkering. In het primair onderwijs is er sinds 2010 sprake van een daling in het aantal leerlingen. In het voortgezet onderwijs is deze daling iets later, vanaf 2015, ingezet. Voor zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs en het mbo is de verwachting dat de daling van het aantal leerlingen de komende jaren aanhoudt.
Ook het stopzetten van subsidies heeft invloed op de werkgelegenheid in het primair en voortgezet onderwijs. In het schooljaar 2024-2025 liepen de subsidies van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) af. De NPO-middelen waren bedoeld om de leerachterstanden, die tijdens de corona-periode door de lockdowns ontstonden, weg te werken. Tussen 2021 en schooljaar 2024-2025 was hier landelijk in totaal een budget van € 8,5 miljard beschikbaar gesteld, waarvan € 5,8 miljard voor het po en vo. Scholen gebruikten deze middelen bijvoorbeeld voor het geven van instructie in kleine groepen of voor inzet van onderwijsassistenten/instructeurs. Ook werd ingezet op klassenverkleining, het inhuren van tijdelijk personeel of het vrij roosteren van vast personeel.
Ondanks de toename van de WW onder leraren in het afgelopen schooljaar bleef de arbeidsmarkt voor het onderwijs gedurende het hele schooljaar 2024-2025 krap. Voor docenten in het secundair onderwijs in Drenthe was er in het tweede kwartaal van 2025 zelfs sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt. Ook voor leerkrachten in het primair onderwijs is sprake van personeelstekorten.
De (zeer) krappe arbeidsmarkt voor leraren geldt voor nagenoeg alle arbeidsmarktregio’s, maar betekent dat de baankans goed is voor leraren die voldoen aan de kwalificatie-eisen en in bezit zijn van de juiste lerarengraad. Volgens prognoses blijft de vraag naar leraren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo de komende jaren groot. Dit komt onder andere omdat veel leraren de komende jaren met pensioen gaan.