Meten is weten

Tegenwoordig verkopen vele merken van die slimme horloges. Deze horloges geven aan hoeveel stappen je hebt gezet, hoeveel hoogtemeters erbij kwamen kijken en hoeveel calorieën je hebt verbrandt tijdens je training.

Aan het einde van een bootcamp training hoor ik zo nu en dan iemand roepen: “Ik heb 431 calorieën verbrand tijdens deze training.” Waarop ik andere bootcampers een ander getal hoor zeggen en ik krijg ook vaak de vraag van iemand zonder slim horloge: "Hoeveel calorieën heb ik verbrand?"

Even een korte uitleg: we krijgen zonder die training elke dag calorieën cadeau van moeder natuur. Elke dag heb je energie nodig om je lichaam aan de praat te houden. Voor ons allen geldt dat onze longen, lever, hersenen en nieren 1200 calorieën per dag nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Daarnaast zijn ook je lengte, leeftijd, gewicht en geslacht bepalend voor je caloriebehoefte (ruststofwisseling) per dag.

Ik ben een kleine en lichte vrouw (162 cm), mijn lichaam heeft maar 1400 calorieën per dag nodig (zonder dagelijkse bewegingen en sporten). Een slanke, lange man (195 cm) heeft zo’n 1920 calorieën per dag nodig en een man van 250 kilo (180 cm) heeft 4100 calorieën per dag nodig. Je spieren, je vet en je lichte dagelijkse bewegingen hebben ook energie nodig. Zo is mijn totale inactieve caloriebehoefte (op een dag dat ik alleen op de bank zou zitten, wel douchen, naar de keuken en wc en niet zou sporten of wandelen) 1600 calorieën. Dit kan ik dus op inactieve dagen eten en drinken zonder aan te komen of af te vallen. De man van 195 cm heeft inactief 2300 calorieën per dag nodig en de man van 250 kilo maar liefst 4900.

We gaan even terug naar de ruststofwisseling. Ik heb 1400 calorieën per dag nodig. 1400/24 = 58 calorieën per uur. 1920/24 = 80 calorieën per uur verbrandt de man van 195 cm. Als wij beiden fanatiek aan de slag gaan en samen een uur sporten, zal hij meer verbranden dan ik. Een langer en zwaarder persoon verbrandt meer calorieën dan een kleiner en lichter persoon. Het lichaam van een langer en zwaarder persoon moet namelijk harder werken en dus meer energie verbruiken voor het uitvoeren van de bewegingen.

Je hartslag speelt een grote rol bij het verbranden van calorieën. Hoe hoger je hartslag, hoe meer energie je lichaam op dat moment nodig heeft. Ik heb dit voor mezelf exact berekend. Ik heb een lange tijd alle calorieën die ik at, al mijn bewegingen en de weegschaal bijgehouden. Zo weet ik dat ik precies 280 calorieën verbrand als ik een uur wandel op 5 km per uur. Als ik een uur ga rennen op 11 km per uur verbrand ik 700 calorieën. Ik verbrand 500 calorieën als ik 105 banen van 25 meter in een uur zwem in een zwembad. Ik verbrand 600 calorieën in een uur op de crosstrainer op standje 8 en een uur buiten fietsen met 18 km per uur levert mij 450 calorieën op.

Als een man van 195 cm met mij mee rent op 11 km per uur verbrandt hij 1050 calorieën, dat zijn er maar liefst 350 meer dan ik. Hoe langer en zwaarder je bent, hoe hoger je standaard verbranding, maar dus ook de verbranding tijdens het sporten op dezelfde intensiteit. In de instellingen van de slimme horloges wordt de lengte, leeftijd, gewicht en geslacht ingevuld, hierdoor kan het horloge een redelijke indicatie geven.

Voor de meeste mensen is het verbruikte aantal calorieën per training niet interessant. De verbruikte calorieën per training zijn alleen interessant als je elke dag consequent de calorieën die je eet en drinkt en verbrandt telt. Hierbij tel je elke dag vanaf je ruststofwisseling. De meeste mensen kijken bij de Harris Benedict formule of via een applicatie naar de totale caloriebehoefte, deze formule is gebaseerd op de ruststofwisseling + je bewegingsactiviteit: sporten/werk/bewegen. Het sporten is hier al wel in meegenomen. Als je bij de Harris Benedict formule hebt ingevuld dat je licht actief bent (1 tot 3 keer sporten per week), dan zijn die 400 calorieën die je tijdens de bootcamp training verbrandt ook al meegerekend. Helaas kun je op zo'n dag (als je op gewicht wilt blijven of afvallen) dus niet 400 calorieën extra eten en drinken.

Esther de Boer.