Het Openbaar Ministerie (OM) wil verdachten van delicten waarop maximaal zes jaar celstraf staat vaker zelf bestraffen, zonder tussenkomst van de rechter. Dat betekent dat verdachten van strafbare feiten als diefstal, vandalisme of een eenvoudige mishandeling vaker een boete of taakstraf zullen krijgen in plaats van een door de rechtbank opgelegde korte gevangenisstraf.
Het OM spreekt van een "bijgestelde koers", die er onder andere toe moet leiden dat rechtbanken meer tijd hebben voor zwaardere strafzaken.
Volgens Rinus Otte, voorzitter van het college van procureurs-generaal van het OM, draait ongeveer 80 procent van de strafdossiers van justitie niet om zeer ernstige feiten, maar om zaken waarin uiteindelijk gevangenisstraffen worden opgelegd van hooguit een paar weken of maanden. "Blijven we in die zaken steevast dagvaarden, dan heeft dat tot gevolg dat men bij de rechtspraak minder ruimte zal hebben voor andere, zwaardere zaken. Blijven we in die zaken celstraffen vorderen, dan worden de capaciteitsproblemen bij het gevangeniswezen nog groter en lopen de wachttijden nog verder op." Bovendien is volgens hem bekend dat korte celstraffen vaak minder effect hebben.
Het OM heeft sinds 2008 al de wettelijke bevoegdheid om voor overtredingen of misdrijven waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf staat een zogeheten strafbeschikking op te leggen, maar heeft daar tot nu toe lang niet altijd gebruik van gemaakt. Dat gaat nu dus veranderen.
De Nationale Ombudsman heeft zich in het verleden kritisch uitgelaten over de strafbeschikking. Zo meldde de waakhond in 2020 dat veel burgers vaak niet weten wat de gevolgen ervan zijn, zoals dat ze een strafblad krijgen. Een jaar later waarschuwde de ombudsman dat het OM te weinig rekening houdt met de belangen van slachtoffers als het een strafbaar feit zelf afhandelt. Collegevoorzitter Otte meldt nu dat er een nieuw stelsel van schadevergoedingen komt dat ervoor zal zorgen dat slachtoffers sneller worden gecompenseerd, in samenspraak met Slachtofferhulp Nederland.